Het is droevig gesteld Kale takken schrapen grauw gruis uit de lucht Een bus lijkt te ontkomen in deze wintermiddag aan de natuurterreur Ik aan het raam verkeer in mineur De takken rijten in mij door hart en ingewanden en al het gruis voorhanden Flets en kletsnat de weg, de wereld mijn blik vertroebeld de dagen te(-)kort in droevigheid gestort Wat zo'n dag doet is groter dan zomerzon De troubles met pijn weggevaagd uit mij en buiten(-)gewoon schoon